Totale coloscopie
Als een test aantoont dat er een gezwel of een kanker aanwezig is in de dikke darm, zullen er extra testen nodig zijn om meer over de kanker te weten te komen en te ontdekken tot waar het is uitgezaaid. Dit noemen we staging. De arts zal deze informatie gebruiken om de beste behandeling te bepalen. Tijdens en na de behandeling wordt er vaak nog extra getest om de effectiviteit van de behandeling na te gaan.
Totale coloscopie: het eerstelijnsonderzoek
Bij een totale coloscopie brengt de arts een flexibele buis met een camera in via de anus. Zo kan het slijmvlies van de dikke darm worden bekeken. Met dit onderzoek kunnen niet alleen eventuele afwijkingen worden opgespoord, maar kan de arts ook stukjes dikke darm wegnemen (biopsie) en poliepen die kleiner zijn dan 2 tot 2,5 centimeter verwijderen. Dit noemen we een therapeutisch onderzoek. Elk verdacht letsel van de dikke darm moet worden weggenomen en daarna onderzocht onder de microscoop.
Bij een totale coloscopie is een meer uitgebreide voorbereiding nodig dan bij een gedeeltelijke coloscopie. Enkele dagen voor het onderzoek neemt de patiënt een specifieke oplossing in om de dikke darm te reinigen en vrij te maken van ontlasting. Om dezelfde reden wordt drie dagen voor het onderzoek een vezelarm dieet voorgeschreven. Een totale coloscopie kan worden uitgevoerd in het dagziekenhuis.
Colo-CT-scan, vergelijkbaar met endoscopie
Bij een colo-CT-scan wordt lucht in de dikke darm geblazen via een buisje dat in de anus wordt ingebracht. Vervolgens verkrijgt de onderzoekende arts beelden op dezelfde manier als bij een scan.
Het rendement is vergelijkbaar met dat van een endoscopie, maar met deze techniek kan de arts geen biopsie nemen en geen poliepen verwijderen. Een colo-CT-scan is eveneens minder geschikt om poliepen kleiner dan 5 millimeter op te sporen, die nochtans ook kunnen ontaarden in kanker.
Het voordeel van deze methode is dan weer dat ze pijnloos is, comfortabeler voor de patiënt, en dat er geen algemene verdoving nodig is.
CT-scan
Een CT-scan neemt een serie röntgenafbeeldingen van het lichaam vanuit verschillende invalshoeken. Via een ader in de arm spuit de arts contrastvloeistof in. De patiënt wordt langzaam door de scanner geschoven terwijl er foto’s worden gemaakt. De afbeeldingen zijn dwarse doorsneden van het lichaam, meestal van de borstkas, buik en het bekken. Door de foto’s achter elkaar te leggen, krijgt de arts een accuraat beeld van de ligging en bouw van de organen. De scan kan verder ook aantonen of de kanker naar een ander deel van het lichaam is verspreid.
Voor de scan is de volgende voorbereiding nodig:
- 4 uur vóór de scan niets eten of drinken
- Een aantal uur voor de scan een speciale contrastvloeistof drinken, en nog eens in de afdeling radiologie
MRI-scan
Een MRI-scan gebruikt krachtige magneten om een foto van het lichaam op te bouwen. Het kan soms meer detail tonen dan een CT-scan en wordt vaak gebruikt voor kankers ter hoogte van de endeldarm (rectum).
Echografie van endeldarm (rectum)
Een echografie van het rectum wordt soms uitgevoerd na een diagnose van rectumkanker. Het kan aantonen hoe groot het gezwel is en of het zich heeft verspreid rond het rectum. Bij de scan wordt een echografische sonde in het rectum ingebracht. Dit kan oncomfortabel zijn, maar de scan duurt hoogstens enkele minuten.
Echografie van de buik
Deze test maakt gebruik van geluidsgolven om de binnenkant van het lichaam te visualiseren. De patiënt ligt op zijn rug en de radioloog brengt een gel op de buik aan. Met een kleine microfoon onderzoekt hij de buik. De microfoon vangt echo’s op en stuurt de signalen naar een computer die deze omzet in een beeld. Uw arts kan deze test gebruiken om de lever te controleren; darmkanker kan zich namelijk naar dit orgaan verspreiden.
Thoraxfoto
Een röntgenfoto van de borst kan nodig zijn om de algemene medische toestand te controleren en om na te kijken of de kanker is uitgezaaid naar de longen.
Bloedonderzoek CEA
Sommige darmkankers maken een eiwit genaamd CEA (carcino-embryonaal antigen). Meestal wordt bij de eerste diagnose een bloedmonster genomen om een basisniveau van de CEA-niveaus te krijgen. Dat kan in een later stadium met nieuwe bloedmonsters vergeleken worden om te zien of de behandeling werkt. De CEA-niveaus in het bloed kunnen verhogen als de kanker terugkeert na de behandeling. Sommige kankers produceren echter geen CEA, waardoor deze test niet altijd kan worden gebruikt.
PET-CT-scan
Een PET-CT-scan combineert een PET-scan met een CT-scan om een meer gedetailleerd beeld te geven. Bij deze scan wordt er een licht radioactieve stof in een ader geïnjecteerd. Actieve cellen nemen de radioactiviteit op en verschijnen op de scan. Kankercellen zijn namelijk gewoonlijk actiever dan normale, gezonde cellen.
Een PET-CT-scan is zinvol om darmkanker op te sporen wanneer de resultaten van andere testen geen duidelijkheid scheppen. Verder kan deze test nodig zijn als uw arts denkt dat de kanker buiten de darmen of naar nabijgelegen lymfeklieren is verspreid. Uw arts kan een PET-CT-scan laten uitvoeren tijdens of na de behandeling van darmkanker om te controleren of er nog altijd kankercellen aanwezig zijn.